Vorige week heeft het boek Continuous Integration een Jolt Award (nee, ik had er nog nooit van gehoord…) gewonnen. En gisteren heb ik het boek uitgelezen. Om maar meteen met de conclusie te komen: nee, ik vind het boek zeker niet ‘het beste boek van 2007’. Maar goed, de winnaar in de categorie ‘General Books’, Beautiful Code, heb ik in de boekwinkel ingekeken, en besloten om hem niet eens te kopen.
Maar goed, terug naar Continuous Integration. Het boek dan welteverstaan. Het boek beschrijft op een vrij hoog (abstractie) niveau waarom je Continuous Integration wilt hebben, wat de requirements zijn, en per requirement (bijv. Continuous Inspection) geven ze 1 of 2 voorbeelden hoe je dat kan bewerkstelligen (‘gebruik de Ant task van PDM’).
Op zich zijn de onderwerpen in het boek wel goed gekozen, en is het onderwerp van het boek wel erg nuttig en ook wel iets wat denk ik in vrij veel gevallen een tot nu toe onderbelicht onderdeel is van een software-straat, maar helaas gaat het boek niet verder dan het tonen van de high-level overview. Erg leuk dat ze aangeven dat je elke keer een testdatabase neer moet zetten. Maar euh… hoe organiseer je dat nou goed op het moment dat je 3 merken databases ondersteunt, en je databasevulling afhankelijk is van 1001 variabelen? Dat zijn de dingen die je wilt lezen.
Hetzelfde geldt een beetje voor Code Inspection. Erg leuk dat PDM (of CheckStyle) 180+ checks uitvoert, maar hoe ga je ermee om op het moment dat je project 25.000 meldingen geeft? Het technisch draaien van dit soort dingen is niet de uitdaging, maar het integreren van deze tools in je dagelijkse werkwijze: dat is de echte uitdaging.
Maar het boek zorgt in ieder geval wel weer voor wat awareness voor dit onderwerp, dus dat is dan wel weer positief.
Overigens staat de runner-up van de Jolt Awards, xUnit Test Patterns, geduldig in m’n boekenkast te wachten tot ik hem kan gaan lezen.