In dit, best wel dunne (130 pagina’s), boek bespreekt Kent Beck eigenlijk allerlei implementatie zaken. Volgens de titel zijn het patterns, maar die term lijkt me meer gekozen vanwege de hype, dan vanwege de inhoud. Het boek had eigenlijk beter iets als ‘Goed programmeren volgens Kent Beck’ kunnen heten ofzo :)

Maar goed, afgezien van de slecht gekozen naam is het boek echt een must-read. Op een heel erg leesbare manier (ik denk nog steeds dat dat de grote reden is waarom XP de bekendste agile methodiek is, vanwege het erg goede ‘Extreme Programming Explained’, probeer maar eens een fatsoenlijk boek over DSDM te vinden…. (ik houd me aanbevolen)) komen allerlei dingen ter sprake die met programmeren te maken hebben. Wanneer gebruik je een methode-aanroep, wanneer splits je iets af naar een aparte class. Wanneer maak je gebruik van een ‘complete constructor’ en wanneer van setters. Sommige dingen zijn misschien een beetje open deur (‘maak gebruik van symmetrie’), maar voor de volledigheid wel goed natuurlijk.

Aan de ene kant kan je het boek binnen een avond uitlezen, omdat het zo dun is, maar dan doe je er eigenlijk wel tekort aan. Er zitten echt stukjes tekst tussen die je aan het denken zetten en een beter begrip geven van (object-georienteerde) programmeertalen. Het stukje dat conceptueel geen verschil zit tussen het accessen van een stukje memory waarin een waarde staat en het aanroepen van een methode die een bepaalde waarde oplevert, maar dat dat huidige programmeertalen dit verschil wel maken was voor mij echt een stukje waarbij ik dacht: ja, eigenlijk klopt dat wel… nooit over nagedacht.